Lees voor
Clientenbelang op Instagram Clientenbelang op Facebook Clientenbelang op Twitter LinkedIn YouTube

7 maart 2014

Reactie op eerste fase uitvoeringsbesluiten decentralisatie AWBZ-Wmo

Begin januari hebben wij gereageerd op de ‘Eerste fase uitvoeringsbesluiten Amsterdamse Zorg, Noodzaak voorop’. Met het uitvoeringsbesluit vraagt de ambtelijke organisatie van de gemeente bestuurlijke instemming voor de koers van het beleid, mede met het oog op de komende wisseling van het College van B&W en de gemeenteraad. Het uitvoeringsbesluit stelt een aantal kaders voor het nieuwe Wmo-beleid vast. Onderwerpen die aan de orde komen zijn de hulp bij het huishouden, eigen bijdragen, dagbesteding, de decentralisatie van RIBW’s en de globale uitgangspunten voor de bekostiging in het nieuwe stelsel.

Onze reactie is opgesteld met vertegenwoordigers van onze lidorganisaties en de kerngroep 'Decentralisatie AWBZ-Wmo. We hebben aangegeven op welke punten we ongewenste effecten zien en waar het uitvoeringsbesluit zou moeten worden bijgesteld. De reactie is naar wethouder Van der Burg (Zorg) gestuurd.

De belangrijkste punten uit onze reactie:

  • Gespecialiseerde vormen van ondersteuning
    Deze moeten als maatwerk voorziening worden aangemerkt. Het wijkzorgteam kan niet alle (individuele) ondersteuning als algemene voorziening bieden. Wel kan het mensen die slechts kleine problemen hebben met de regie ondersteuning bieden. Voor cliënten die daar meer moeite mee hebben moet deskundige begeleiding en maatwerk beschikbaar blijven.
  • Beëindiging bestaande indicaties voor Hulp bij het huishouden
    We hebben erop aangedrongen dat de Hbh-indicaties van mensen met ernstige lichamelijke beperkingen niet zonder meer kunnen worden beëindigd, omdat voor hen de negatieve gevolgen te groot zullen zijn. Ons pleidooi is voortzetting van de indicaties voor deze specifieke groep. Daarnaast pleiten we voor het bieden van advies en begeleiding aan alle gebruikers van wie de Hbh-indicatie wordt beëindigd.
  • Eigen bijdragen in de Wmo in relatie tot afschaffing Wtcg-vergoeding en Compensatie eigen risico
    We hebben onze zorgen geuit over de financiële onzekerheid die ontstaat door het wegvallen van de Wtcg-vergoeding en de regeling Compensatie eigen risico. Het eigen bijdragebeleid voor de Wmo kan pas worden beoordeeld, wanneer er duidelijkheid is over alle financiële veranderingen die cliënten zullen raken. Voor mensen met een laag inkomen (110 % of 120 % van het WSM) zou de eigen bijdrage op ‘nul’ gesteld moeten worden.
  • Vervoer naar dagbesteding
    Het ontbreken van een eigen vervoersoplossing - vanwege het ontbreken van een netwerk of een overbelast netwerk - nooit deelname aan dagbesteding in de weg mag staan. We hebben ervoor gepleit dit op te nemen in het uitvoeringsbesluit.
  • Toegang tot dagbesteding
    Ook pleiten we voor het behoud en waar nodig de versterking van de bestaande deskundigheid bij de indicatiestelling voor dagbesteding. Welke eisen worden gesteld aan de professionals (wijkzorgteam), die de  verantwoordelijkheid krijgen voor de toegang tot laag specialistische en arbeidsmatige dagbesteding?
  • De inzet van de Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) als basis voor het ondersteuningsplan
    We zien onvoldoende waarborgen dat de ZRM het juiste instrument is om in de Wmo en Verpleging & Verzorging de zelfredzaamheid van alle cliënten in beeld te brengen. De GGD past het instrument aan om een brede toepassing mogelijk te maken. Wat ons betreft moet het aangepaste instrument eerst kritisch getoetst worden, voordat het als basis van het ondersteuningsplan kan dienen. De beleving van cliënt en mantelzorger moet daarbij het uitgangspunt zijn.

In onze reactie hebben we om nadere informatie en duidelijkheid gevraagd over een aantal punten:

  • De overheveling van de RIBW’s: welke consequenties zijn er voor huidige bewoners van beschermde woonvormen?
  • De indicatiestelling voor dagbesteding, vooral hoogspecialistische vormen van dagbesteding. Bij wie ligt deze verantwoordelijkheid vanaf 2015?

Reactie wethouder  

Op 6 februari jl. hebben wij een reactie van de wethouder ontvangen. Op een aantal punten zegt hij toe dat onze aanbevelingen bij de uitwerking zullen worden meegenomen. Op andere punten houdt hij echter vast aan de gekozen beleidslijn. De reactie van de wethouder is aan alle lidorganisaties toegestuurd.

Het uitvoeringsbesluit is op 28 januari vastgesteld door het college van B&W. Het uitvoeringsbesluit zal ter kennisname worden toegestuurd aan de Raadscommissie Zorg. Datum van inhoudelijk bespreking in de Raadscommissie is nog niet bekend.

 

terug naar het nieuws overzicht »

 

Deel dit artikel