11 april 2016
Rechtbank veroordeelt werkwijze gemeente toewijzing Hbh
Op 23 februari jl. diende het proefproces tegen de manier waarop de gemeente Amsterdam, na de invoering van de Wmo 2015, uren voor de Hulp bij het huishouden toekende. De werkwijze was volgens ons en advocaat Matthijs Vermaat (van der Woude De Graaf Advocaten) in strijd met de wet. Daarom spanden wij namens een cliënt het proefproces aan. Afgelopen donderdag heeft de Rechtbank van Amsterdam ons op alle punten in het gelijk gesteld.
Waarover ging het proefproces?
De gemeente hanteert sinds 1 januari 2015 een nieuwe procedure bij het toewijzen van Hulp bij het huishouden (Hbh) voor Amsterdammers die de Hbh in natura ontvangen. De gemeente indiceert voor een ‘schoon en leefbaar huis en de zorgaanbieder het aantal uren Hbh per week.
Als iemand het niet met de omvang van de Hbh eens is, kan hij volgens de gemeente een geschillenprocedure opstarten, bij de gemeente. Een bezwaarprocedure bij een onafhankelijke partij, bijvoorbeeld de rechter, zou niet mogelijk zijn.
Wat zegt de rechtbank?
De rechtbank vindt dat deze manier van indiceren in strijd met de Wmo is. De gemeente moet volgens de rechtbank de rechten en plichten van alle Amsterdammers waarborgen en in haar beleid vastleggen. Dat heeft de gemeente Amsterdam niet goed gedaan.
De rechtbank vindt dat alle Amsterdammers het recht hebben om met een bezwaar- of beroepsprocedure de omvang van de Hbh aan te vechten. Een geschillenprocedure is onvoldoende, omdat het daaarin alleen over de uitvoering en de kwaliteit van de Hbh gaat en niet over het aantal uren die toegekend zijn.
Tot slot zal de gemeente Amsterdam de wijze waarop de omvang van de Hbh per individu wordt bepaald goed in de Verordening en de Nadere Regels van de Wmo moeten vastleggen. Zo weet elke Amsterdammer hoe de gemeente werkt.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u terecht bij onze onafhankelijke cliëntenondersteuners. U kunt ons bereiken via steunpunt@clientenbelangamsterdam.nl of tijdens kantooruren op (020) 5777 999.