Leven daagt uit tot creativiteit
Ik zoek naar manieren om het zo makkelijk en prettig mogelijk voor mezelf te maken. En vooral hoe ik zo zelfstandig mogelijk kan leven. Ik heb bijvoorbeeld zelf een extra lange vork gemaakt om te eten want andere aanpassingen zijn vaak te zwaar.”
Gewoon meedoen
“Ik zat op reguliere scholen en kon daar goed mijn draai vinden. En op scouting vond de leiding het alleen maar heel goed dat kinderen leerden om te gaan met mensen met een beperking.” Hij studeerde interaction design aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) in Hilversum en is toen in Amsterdam bij Fablab gaan werken. Hij voelde zich als een kind in een snoepwinkel in de ruimte vol computergestuurde apparaten, waarmee je allerlei aanpassingen kunt doen.
“Ik bedacht iets en de apparaten maakten het. Geweldig.” Daarna richtte hij zijn eigen bedrijf op en nu geeft hij advies over toegankelijkheid. “Via Cliëntenbelang Amsterdam zit ik in de Centrale Verkeerscommissie, waarin ik meepraat over de toegankelijkheid in de openbare ruimte. Ook geef ik trainingen aan het GVB over hoe je mensen met een beperking het beste kunt vervoeren.”
Brug tussen twee werelden
“Het is voor mijn werk waardevol om informatie te krijgen van mensen met allerlei soorten beperkingen. Wat ik kan en nodig heb hoeft niet voor een ander te gelden. Alle informatie gebruik ik om te helpen de toegankelijkheid te verbeteren. Ik heb zowel vrienden en kennissen met een beperking als zonder en ben een soort brug tussen die twee werelden. Ook al is dat onderscheid er veel minder dan vroeger.
Toen werden mensen met een beperking bij elkaar gezet, waardoor het echt een wereld apart werd. Tegenwoordig worden we veel meer gestimuleerd om contact te maken met wie dan ook. Dat lijkt me een hele goede ontwikkeling die bijdraagt aan het gevoel van meedoen.”
(Artikel loopt door na de foto)
(Foto: Nathalie Hennis Photography)
Aangepast wonen in ‘normale’ wijk
Of hij zich redt thuis tijdens de coronacrisis? “Ik heb heel veel mazzel, want ik woon in een focuswoning van de Stichting Fokus Nederland. Op 4 plekken in Amsterdam zijn er clusters van aangepaste woningen in een normale woonwijk. Ik woon in een flat van 160 woningen met daarin 15 aangepaste woningen.
Daar kun je op afroep 24-uurs zorg krijgen. De zorg ging tijdens de crisis gewoon door. Hier heb je natuurlijk maar een beperkt aantal woningen waar zorg verleend wordt. Terwijl de thuiszorg onderweg is van woning naar woning door de hele stad. Dan loop je veel meer risico.”
Een vertrouwd gezicht
Naast de zorg binnenshuis krijgt Eric ook externe huishoudelijke hulp. Hij ontvangt dat vanuit een Persoonsgebonden budget (Pgb). Dat betekent dat hij 1 hulp heeft in plaats van meerdere via een thuiszorgorganisatie: “Dat is fijn, want dan kan ik een vertrouwensband opbouwen en weet ik echt wat ik aan die ander heb.
Ook als ik zelf niet thuis ben kan de hulp gewoon komen en haar werk doen. Ik vind het toch lastiger om de deur uit te gaan als er steeds iemand anders komt. Die zorg in natura en dus verschillende hulpen hebben de meeste mensen wel. Ik hoor dat veel van hen de hulp aan huis in de coronatijd hebben stopgezet, omdat ze geen risico wilden lopen. Liever een vies huis dan ziek worden. Inmiddels begint dat weer op gang te komen.
In de eerste weken van de coronacrisis kon ik goed overleggen met mijn hulp over of het verstandig was om nog te komen. Zij levert namelijk ook zorg bij oudere mensen die kwetsbaarder zijn dan ik. We hebben toen besloten even te stoppen. Mijn familie heeft dat opgevangen. Inmiddels komt ze na goed overleg wel weer langs. We zijn beiden klachtenvrij en vinden het verantwoord om elkaar te zien.”
Tipje van de sluier
Naast dat Eric zich de komende periode blijft inzetten voor mensen met een beperking en het thema toegankelijkheid, heeft hij ook een nieuw idee: “Onderwerpen als liefde, intimiteit en relaties zijn voor iedereen persoonlijk en soms gevoelig maar zeker ook voor mensen met een beperking. Er is schaamte over bijvoorbeeld onvervulde verlangens en behoeftes. Ik wil bijdragen aan meer openheid hierover door het delen van ervaringen. Hoe precies, dat moet nog verder uitgedacht worden.”